Hulpverleners zullen in de toekomst in de gebouwde omgeving vaker waterstof tegenkomen. Waterstofaggregaten zijn hier een voorbeeld van: ze worden op bouwterreinen en festivals gebruikt om op een duurzame manier stroom te leveren. Maar dit brengt ook risico’s met zich mee.
Het NIPV heeft vanuit het Waterstof Veiligheid Innovatieprogramma (WVIP) twee rapporten geschreven over waterstof. Het eerste rapport gaat over waterstofaggregaten en beschrijft de wet- en regelgeving, de risico’s en de mogelijke maatregelen. Het tweede rapport gaat over waterstofincidenten en beschrijft de lessen die hulpverleningsdiensten hieruit kunnen leren.
Waterstofaggregaten: wet- en regelgeving, risico’s en maatregelen
Bij de inzet van waterstofaggregaten is ook sprake van de opslag van waterstof. En deze opslag brengt risico’s met zich mee. Het NIPV heeft beschreven waaraan waterstofaggregaten moeten voldoen en welke risico’s hieraan verbonden zijn. Zo geeft het rapport aan wanneer een informatieplicht, meldingsplicht of vergunningplicht geldt en zijn verkennende berekeningen gedaan aan waterstofexplosies in een 20 ft. container. Veiligheidsregio’s en omgevingsdiensten kunnen het rapport gebruiken bij hun advisering aan het bevoegd gezag over vergunningaanvragen.
Geleerde lessen over waterstofincidenten delen
Als een waterstofincident zich voordoet, is een belangrijke vraag hoe het incident heeft kunnen gebeuren. Met die kennis kunnen in de toekomst risico’s beperkt worden en mogelijk andere incidenten voorkomen worden. Maar een aspect dat vaak onderbelicht blijft, is welke lessen hulpdiensten kunnen leren van de inzet bij waterstofincidenten. Een belangrijke les is bijvoorbeeld dat een waterstofincident uit meerdere fasen bestaat en dat de inzet in iedere fase anders is. Het rapport beschrijft de resultaten van het onderzoek dat het NIPV heeft gedaan naar de ervaringen van hulpdiensten bij verschillende waterstofincidenten.